Organisatie van schilderwerkzaamheden en veiligheidsmaatregelen

Schilderwerkzaamheden worden doorgaans uitgevoerd bij de volgende temperaturen: olieverf van +10 tot +30°, lijmverf van +5 tot +25°. Buitenschilderen met oliecomposities kan ook bij lage temperaturen worden uitgevoerd, maar het werk moet voltooid zijn voordat de dauw verschijnt (vóór zonsondergang). Er wordt alleen vernis of olieplamuur gebruikt, de verf moet worden verwarmd tot +20°, waarvoor het vat met verf in heet water wordt neergelaten; Bij het indikken wordt de verf verdund met terpentijn. Bovendien wordt een droger in de verf gebracht (7-8% van het gewicht van kunstmatige drogende olie en 10% van het gewicht van natuurlijke drogende olie). Bij binnenschilderwerkzaamheden is het noodzakelijk om een ​​minimale kamertemperatuur van +5° (aan de vloer) te garanderen.

Schilderwerkzaamheden moeten door een complex team worden uitgevoerd. De samenstelling van zo’n team omvat schilders die aan de hoofdwerkzaamheden werken (componenten van het kleurenschema), arbeiders aan machines en hulpkrachten.

Bij het handmatig schilderen worden de muren op basis van de hoogte in lagen verdeeld; Voor het schilderen van de bovenste delen wordt gebruik gemaakt van lichte steigers. De gevels zijn beschilderd met wiegen en lichte steigers.

Aan de kwaliteit van het schilderwerk worden de volgende basiseisen gesteld. Na het schilderen met waterige verbindingen moeten de oppervlakken uniform, goed beschaduwd of bijgesneden zijn, zonder vlekken, strepen, vlekken of andere gebreken. Na het schilderen met olie-, email- of verniscomposities moeten de oppervlakken ook dezelfde kleur hebben (glanzend of mat); Oneffenheden die duiden op een slechte kwaliteit van het slijpen of onzorgvuldig penseelwerk zijn onaanvaardbaar.

Bij het schilderen moeten de relevante veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen.

Olieverfschilderijen van gebouwen moeten worden uitgevoerd met goede ventilatie, en werken met composities die vluchtige oplosmiddelen bevatten is alleen mogelijk met ademhalingstoestellen.

Het is verboden loodwit en benzeen als oplosmiddel te gebruiken.

Bij het gebruik van verven die pigmenten bevatten die schadelijk zijn voor de ogen (bijvoorbeeld groene verven), moeten werknemers een veiligheidsbril dragen.

Voor gebruik moeten spuitpistolen en andere pneumatische apparaten worden gecontroleerd op een hydraulische druk van minimaal 10 ati. Alle personen die met gevaarlijke stoffen werken, moeten elke 3 maanden een medische keuring ondergaan.

Related Posts